Op de planten kunnen, meestal in de groeitoppen, grote kolonies bladluizen ontstaan die zoveel voedsel aan de plant kunnen onttrekken, dat hele scheuten verschrompelen. Plantensap is rijk aan suiker, maar arm aan eiwitten. Hierdoor moeten bladluizen veel sap opnemen om voldoende eiwitten binnen te krijgen.
De overtollige suiker wordt door de bladluizen in de vorm van honingdauw weer uitgescheiden, waardoor het gewas en de vruchten kleverig worden. Op de suikers groeien zwarte roetdauwschimmels, die vruchten en siergewassen vervuilen. Tevens neemt de fotosynthese van de bladeren af, waardoor de productie daalt.
De bladluizen staan op het menu van lieveheersbeestjes en vooral ook de larven hiervan. Ook larven van gaasvliegen, zweefvliegen en galmuggen consumeren graag bladluizen, tenminste, als de kolonie niet wordt beschermd door mieren, wat meestal het geval is. De enige vijanden van bladluizen die niet door mieren worden aangevallen, zijn de kleine sluipwespjes. Zij voorkomen dat ze door mieren worden lastiggevallen door het afscheiden van een geurstof die de mieren doet denken dat zij ook mieren zijn. Vervolgens leggen zij hun eieren ongestoord in de bladluizen.
De planten goed bewateren en besproeien zorgt ervoor dat ze langer opgewassen blijven tegen de bladluizen. Tussen de rijen dille planten schijnt ook preventief te helpen. Kolonies kunt u met de hand van de stengels vegen of bij tuinbonen de toppen uitknijpen. Verder is het af te raden om een kardinaalsmuts in de tuin te zetten. Zwarte bonenluizen overwinteren hierin, zij kunnen dan het komende voorjaar wel heel makkelijk de verse aanplant vinden.
Reactie plaatsen
Reacties